Het moge duidelijk zijn dat de aanschaf van een woning niet goedkoop is, want het is een hele investering. Niet alleen de hypotheek moet betaald worden, maar ook de inrichting en de kosten van een makelaar of notaris.

Uiteindelijk loopt het op tot in de (tien)duizenden euro’s. Daarom blijkt ook dat starters op de woningmarkt een flink bedrag sparen voordat ze een woning kopen.

ING voert elk kwartaal een Woononderzoek uit en brengt de resultaten dan naar buiten. Uit het onderzoek blijkt dat ruim een kwart van deze kopers tussen de 20.000 en 50.000 euro spaart. Ook meldt twee op de drie starters dat ze geld opzij zetten voor de aankoop van een huis. Onduidelijk is hoeveel personen er ondervraagd zijn voor de enquête.

Meer dan 10 procent geeft zelfs aan vijftig tot honderdduizend euro opzij te zetten voor de huis, wat ze binnen nu en twee jaar willen gaan aanschaffen. Het blijkt dat veel mensen ook aan hun inrichting denken en misschien zelfs al voor een deurdranger geld oppotten. Zeven op de tien starters meldt namelijk dat ze al sparen voor de inrichting van hun toekomstige huis.

Het onderzoek toont tevens aan dat ruim de helft van de respondenten een deel van het spaargeld gebruikt om de kosten van de koper of de notariskosten te financieren. Ook gebruikt een groot deel van de starters het spaargeld als inleg om een voordeligere hypotheek af te kunnen sluiten. Bijna niemand koopt een huis namelijk direct voor het volledige aankoopbedrag.

“Je ziet dat we wat meer richting het Duitse model gaan”, vertelt woordvoerder van ING. Daar kan een woning tot maximaal 80 procent van de waarde via een hypotheek worden gefinancierd.